Het onderwijs.

Na de stakingen van de boeren en de bouwvakkers liet het onderwijs zich ook even gelden door een staking aan te kondigen en ook uit te voeren.

De overheid had een paar dagen eerder nog eenmalig bijna een half miljard euro toegezegd. Een leuke geste waar de bonden nog bijna mee akkoord gingen ook. Maar het probleem zit niet alleen in euro’s maar met name in de structuur van het onderwijs en hoe de overheid daar mee omgaat.

De overheid geeft al decennia te weinig ondersteuning. Dit heeft te maken met het neo-liberale gedachten goed. Meer afstand. Ze mogen het zelf regelen. Meer marktwerking. Hopend op meer efficiency. Het enigste wat ze hier mee bewerkstelligen is een overgaan van publiek onderwijs naar steeds meer privaat onderwijs. In en met die overgang kan veel geld verdiend worden.

Het is bijna bewust wat de politiek doet. Het kapitalisme zijn handen laten krijgen achter publieke taken die voor de burgers bedacht zijn om vrijheid en gelijkheid voor iedereen mogelijk te maken.

Even terug naar wat meer detail. De overheid is een voorstander van de lumpsum regeling en daardoor zijn onderwijsinstellingen veranderd in bedrijven. Met directeuren , besturen en managers. Ze mogen min of meer doen wat hun goed dunkt. Er wordt nog wel een beetje meegekeken. Maar vaker niet dan wel. De onderwijsinstellingen krijgen geld binnen en mogen daar mee doen wat ze willen. Een mooi gebouw. Prima er moet een goed onderdak zijn. Het geld wat de overheid geeft moet verstandig gebruikt worden en dus parkeren en beleggen we het ook nog.

Zo zijn er meer zaken die ervoor zorgen dat het geld niet bij de leraar en het lesmateriaal zelf terecht komt. Nu is de salariƫring en de arbeidsvoorwaarden voor de leraren in het hoger onderwijs best wel behoorlijk goed te noemen. Dat zouden ze ook wel wat kunnen delen met de leraren in het basis onderwijs.

Een goede vraag voor de “controlerende” minister en zijn ambtenaren zou ook zijn hoeveel leraren er op de loonlijst staan en ook daadwerkelijk voor de klas staan. Mijn ervaring zegt dat daar heel confronterende cijfers uit komen.

Een leraar die niet voor de klas staat is geen leraar. Leraren zouden niet afhankelijk moeten zijn van een onderwijsinstelling maar van een door de overheid erkende en gewaardeerde kwalificering. Het salaris en hun directe budget zou door de overheid moeten worden voorzien. De onderwijsinstelling zou met de leraren op basis van gelijkwaardigheid moeten praten. Het indirecte budget en het gebouw zouden door de onderwijsinstellingen ingebracht moeten worden. Dit gaat ook steeds meer digitaal worden. Dus minder gebouwen maar meer digitale platvormen. Afhankelijk van welke kennis overgedragen moeten worden.

De overheid moet zijn publieke taak eens goed overdenken en een duidelijke visie maken over waar het om gaat in het onderwijs. Dat is mijns inziens kennisoverdracht op een objectieve manier door onafhankelijke leraren tegen een redelijke tot goede waardering en dito ondersteuning. De rest is ondergeschikt en dan moet je het ook zo inrichten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.